aar sta ik dan. In de slaapkamer. Voor de manshoge spiegel. Ik bekijk mezelf eens goed van top tot teen. Ooit lag ik goed in de markt. Maar dat was in het vorige millennium. Ik knijp met mijn ogen. Tussen mijn wimpers door valt het eigenlijk nog best mee, hou ik mezelf voor de gek. Dan valt het felle slaapkamerlicht op de grote kale vlakte boven mijn wenkbrauwen. “De boomgrens schuift steeds verder op,” mompel ik in mezelf. Om de 25 kilo aan extra Arjen rond mijn middel helemaal te kunnen zien, moet ik zelfs een stapje naar achter doen. Maar daar staat het bed.
Ik zucht nog maar weer eens en besluit op de weegschaal te gaan staan. Kennelijk was mijn dag nog niet slecht genoeg begonnen. Ik zet mijn voeten op het koude glas van de digitale weegschaal en hou mijn buik in. Alsof dat helpt. De cijfers op het kijkvenster hebben het er klaarblijkelijk moeilijk mee, want ze blijven maar verspringen. Ik kijk nog even naar mijn hele zelf in de spiegel en hoor dan onder mij een angstaanjagend piepje. De weegschaal is klaar. De jury is eruit. Het oordeel is geveld. Er moet iets af. Volgens de weegschaal ongeveer één been.
Even later zit ik op de rand van het bed. Naast me mijn hardloopspullen uitgespreid. Een flitsend zwart sportshirt, een strakke zwarte hardlooplegging en een paar zwarte hardloopsokken. Zwart kleedt af. In principe. Ik probeer de sokken aan te krijgen, maar rond mijn navel zit het teveel aan Arjen lelijk in de weg. Ik hijg ervan. Uiteindelijk lukt het. Met pijn en moeite, dat wel. Bij het veters strikken, van mijn uiteraard zwarte hardloopschoenen, kom ik hetzelfde probleem tegen. Als ik alles aan heb, kijk ik weer naar mezelf in de spiegel. Tja.
Het moet anders! Het is mooi geweest! Vroeger althans. En dus moeten we aan de bak de komende tijd. Vanaf nu is het voor mij magere kwark, volkorenbrood en salade, in plaats van friet, chips en cola. Het is voorbij met bankhangen, bingewatchen en barbecueën. We gaan de paden op, de lanen in. Hardlopen, bootcampen en buikspieroefeningen. Van stijve plank naar soepele atleet in een paar maanden. Vrolijk fluitend met de fiets naar het werk. Hoe ver zou het eigenlijk zijn? Ik kijk op Google Maps. Toch nog ruim tien kilometertjes. Ik slik. Toch maar eens kijken naar een elektrische fiets.