n brede zin kun je zeggen dat een Smart City, ofwel ‘slimme stad’, een stedelijk gebied is waar technologie ingezet wordt voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Mettina Veenstra, lector Smart Cities aan hogeschool Saxion in Enschede, houdt zich in haar onderzoek bezig met samenwerking aan dit soort innovatieve technologie, maar dan niet alleen voor steden maar ook voor regio’s. De toepassingsgebieden zijn aantrekkelijke binnensteden, duurzaamheid en zeker ook mobiliteit. “Veel steden groeien en maken grote transities door. We willen de kwaliteit van leven behouden of verbeteren. Het kan dan helpen het beleid en de diensten voor inwoners en bezoekers met data te ondersteunen.”
Het onderzoek van Veenstra met Smart Cities is enerzijds gericht op de inwoners, anderzijds op overheidsprofessionals. “We streven we ernaar om door middel van technologie de kwaliteit van leven te verbeteren. Denk dan bijvoorbeeld aan duurzame maatregelen zoals het verminderen van hittestress door vergroening van de openbare ruimte in binnensteden. Of aan de verbetering van de bereikbaarheid.”
Draagvlak creëren
“Daarbij is de inzet van digitale middelen, data-gedreven werken, onmisbaar,” vervolgt Veenstra. Maar dat betekent niet dat je er komt door steden alleen maar vol te proppen met technologische hoogstandjes. Wat heel belangrijk is bij het ontwikkelen en toepassen van technologie is de samenwerking tussen gemeenten, kennisinstellingen, bedrijfsleven en vooral ook inwoners. Je moet draagvlak creëren onder de inwoners en een community opbouwen waarbij onderlinge samenwerking heel belangrijk is. Wil je bijvoorbeeld de doorstroming van het verkeer verbeteren door fietsen te stimuleren, dan kom je er niet altijd met alleen aanpassingen aan de openbare weg. Waar het vooral om gaat, is dat de overheid belanghebbenden inzicht geeft in nut en noodzaak. Dat kun je bijvoorbeeld doen door toegankelijke en begrijpelijk dashboards, infographics en video’s, een middel dat steeds meer wordt toegepast. Wil je een stad echt slim en leefbaarder maken, dan moet je de inwoners erbij betrekken. En dat betreft niet alleen de heldere communicatie, maar ook het creëren van tweerichtingsverkeer door inwoners mee te laten denken en zelfs mee te laten ontwerpen aan oplossingen. Door inwoners écht te betrekken creëer je draagvlak en dat is volstrekt nodig om die doelstelling van het leefbaarder maken van de steden en regio’s te realiseren.”
“Om steden en regio's leefbaar te houden moet beleid in toenemende mate door data worden gedreven”
Meer en betere data nodig
Zoals gezegd gaat het niet alleen om technologische hoogstandjes, maar de inzet van meer en betere data is onvermijdelijk. Veenstra: “Veel binnensteden maken drastische ontwikkelingen door waarbij de coronacrisis veel dingen ook nog eens in een stroomversnelling heeft gebracht. Denk alleen al aan de verschuiving van fysiek naar online winkelen met alle gevolgen van dien, zoals leegstand. Eerder was het zo dat binnenstadmonitoring vooral bestond uit papieren rapporten waarin data verzameld worden op basis van handmatige passantentellingen en enquêtes. Maar gemeenten zijn zich gaandeweg gaan realiseren dat die werkwijze niet meer toereikend is om de problemen te lijf te gaan en oplossingen te vinden om de vitaliteit van binnensteden te verbeteren. Als overheden grip willen houden op de snelle veranderingen, dan moeten ze gebruik maken van real time data. Die komen tot stand met behulp van allerlei technologieën die ons tegenwoordig ten dienste staan. Je kunt dan veel fijnmaziger en gedetailleerder bijhouden waar knelpunten zitten, bijvoorbeeld op het gebied van bereikbaarheid, en waar opvallende veranderingen plaatsvinden. Denk aan het bij elkaar brengen van bestaande verkeersgegevens die een beeld geven van de drukte; zoals reistijden op trajecten rond het centrum, verkeerstellingen op basis van detectielussen (een koperdraad die is verzonken in het wegdek waarmee met behulp van elektronica een voertuig kan worden waargenomen-red.) en passantentellingen met slimme camera’s die de privacy waarborgen. Of denk aan instrumenten waarmee je het gedrag en de tevredenheid van bezoekers kunt monitoren. Zoals apps waarmee je bezoekers op specifieke plekken en tijdstippen relevante vragen kunt stellen of gps-trekkers die je aan bezoekers mee kunt geven waarmee je hun routes en hun enthousiasme over plekken vast kunt leggen.”
Vervoersapp Netmobiel
Een mooi voorbeeld van betrokkenheid creëren met is de door Veenstra en haar lectoraat Smart Cities ontwikkelde vervoersapp Netmobiel. Daarin werken kennisinstellingen - onder verantwoordelijkheid van Saxion - technologiebedrijven, bewoners en overheden samen aan een mobiliteitsoplossing voor de Achterhoek. De mobiliteitsproblemen gelden met name voor mensen die geen auto hebben of niet kunnen of mogen rijden en tegen het feit aanlopen dat dat het openbaar vervoer beperkt is. De app zou aanvankelijk zo’n twee jaar geleden van start gaan, maar corona gooide roet in het eten. Vorige maand kwam het er eindelijk van en ging de pilot, die duurt tot 1 oktober, van start in vier gemeenten in de Achterhoek. Veenstra: “We hebben de corona-periode natuurlijk wel gebruikt om de app verder te ontwikkelen. Het resultaat is een mooie en simpele tool waarmee je binnen een paar stappen eenvoudig een rit kunt boeken. Op dit moment zijn alleen ritdelen en openbaar vervoer beschikbaar, later kunnen ook andere vervoersvormen worden gecombineerd. Zo kun je gebruik maken van het aanbod van een deelauto gecombineerd met een aansluitende busrit naar de plaats van bestemming. Wie vervoer aanbiedt wordt beloond met credits à 19 cent per kilometer. Die kun je ook in de digitale fooienpot storten en daarmee ten goede laten komen aan lokale goede doelen. Samengevat zorgt de app Netmobiel ervoor dat de mobiliteit verbeterd wordt, dat op autokosten wordt bespaard, dat CO2-uitstoot wordt verminderd en dat tijd wordt bespaard. En, zeker niet het minst belangrijkste voordeel, met Netmobiel help je elkaar, ontmoet je nieuwe mensen en steun je goede doelen. Dit soort functies van de app zijn samen met inwoners bedacht, ontworpen en getest. In bepaalde periodes zaten we maandelijks met inwoners om de tafel. De laatste tijd wordt juist meer gesproken met bedrijven. Dat gaat over duurzame mobiliteit voor medewerkers.”
“Wil je een stad slim maken, dan moet je de inwoners erbij betrekken”
Kansen voor andere regio’s
Als de pilot voorbij is, wordt de app overgedragen aan een commercieel bedrijf en wordt hij samengevoegd met de Achterhoekse GAON-app en krijgt het ook die naam. GAON is een platform dat inwoners, bezoekers, ondernemers, werkgevers en werknemers kansen biedt om slim, duurzaam en gezond door de Achterhoek te reizen. Veenstra: “Goed om te realiseren is dat we de software van Saxion in de open source zetten en dus beschikbaar houden voor iedereen. Dat betekent dat andere regio’s er dan ook mee aan de slag kunnen. Belangrijk in dit kader zijn de wensen in Overijssel voor een snelle verbinding Zwolle-Twente-Münster, met onder andere meer activiteiten rondom stations. Als dit doorgaat heeft dit consequenties voor vervoer voor bedrijven in gemeenten langs het spoor maar ook in gemeenten daaromheen. Bedrijven zullen moeten gaan inzetten op duurzamere, efficiëntere vormen van vervoer voor onder andere hun medewerkers; zij kunnen alvast gaan nadenken over de inzet van bijvoorbeeld deelvervoer en digitale hulpmiddelen. En als Netmobiel, later dus GOAN, echt gelanceerd wordt en succesvol wordt, krijgt het zeker landelijk aandacht en dan zou het wel eens in meer regio’s van de grond kunnen komen. Echt succesvolle digitale mobiliteitsoplossingen, zeker voor plattelandsgebieden, zijn namelijk dun gezaaid.”
Carrière
Mettina Veenstra studeerde in Groningen onder andere kunstmatige intelligentie en taaltechnologie. Op dat laatste vakgebied is ze gepromoveerd. Na een periode in Amsterdam te hebben gewerkt als en als projectleider bij een multimedia-uitgever ging ze naar het Telematica Instituut (later Novay, inmiddels opgedoekt) in Enschede waar ze toegepast onderzoek leidde en verrichte in het aandachtsgebied ict en nieuwe media. Dit combineerde ze een aantal jaren met het leiden van de onderzoeksgroep Interactive Public Spaces aan de Hogeschool van Amsterdam. Vanaf 2013 is Veenstra lector Smart Cities aan hogeschool Saxion, dat ze combineert met Strategische AdviesGroep (SAG) Smart Cities van de NEN, Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut.