ardedonker is het in de steriele vaten. De roestvrijstalen deksels van de bioreactor zijn hermetisch gesloten. Afhankelijk van de toepassing is de Chlorella fel groenkleurig, neutraal witkleurig, of juist goudgeelkleurig. De eencellige microalgen groeien – zonder wortels en zonder blaadjes – exponentieel tot meercellige algen dankzij water en de juiste natuurlijke voedingsstoffen. Elke acht uur delen de algen zich. Na 24 uur kunnen de algen worden geoogst, ontwaterd en gedroogd. In de algen zijn verschillende voedingsstoffen opgeslagen. Chlorella kan dienen als vers bestanddeel in een smaakvolle voedselbron voor mens en dier, als droog poeder, als belangrijk chemisch bestanddeel, of zelfs als verantwoorde biobrandstof. Duplaco richt zich primair op de markt voor voeding en voedingssupplementen.
Je leest in dit verhaal
▪ Hoe microalgen helpen om straks 10 miljard mensenmonden te voeden
▪ Wat de voetafdruk is van heterotroof kweken van zoetwateralgen
▪ Waarom “true pricing” volkomen realiseerbaar is dankzij microalgen
▪ Waarin plantaardige voeding en supplementen het verschil maken
Ondernemer Marcel Oogink (1972) van Duplaco in Oldenzaal begon zijn startup in 2012, schaalde al snel op, overleefde de beruchte ‘death valley’ waar iedere beginnend ondernemer doorheen moet, vond de juiste marktniches, plus een paar passende investeerders. Nu kunnen zijn team en hij de capaciteit steeds sneller én breder opschalen. Op energiezuinige wijze produceert Duplaco algen op basis van fermentatietechniek. De huidige capaciteit is circa 250 ton microalgen-poeder op jaarbasis. Het bedrijf kan op dezelfde locatie relatief eenvoudig uitbreiden tot zo’n 1.500 ton Chlorella-poeder per jaar. Daarmee kan het goed meegroeien met de toenemende vraag uit de wereldmarkt.
Heden en verleden
In het moderne R&D-laboratorium naast de productielocatie wordt gewerkt aan de toekomst, terwijl het verleden nog dagelijks doorwerkt in het heden. Wijlen zijn ouders brachten hem – en zijn broer – thuis pragmatische waarden en normen bij. Zijn moeder overleefde als kind een Jappenkamp in voormalig Nederlands-Indië. Zijn vader groeide als kind en puber straatwijs op in de toenmalige Twentse textielstad Almelo. Marcel is het product van hun intense levensprocessen én van de wijze lessen die zijn ouders daar persoonlijk uit trokken. Zijn energieke aanpak en transparante benadering combineert hij met de welbekende Twentse nuchterheid. En ook met de boerenslimheid van een agrariër. Niet als landbouwer, maar als kweker: van hoogwaardige plantaardige algen. Dus: “urban farming”, op basis van fermentatie. Zo vormen eiwitten van gekweekte algen een duurzaam alternatief, zoals voor dierlijke eiwitten, of voor de import van sojabonen uit andere werelddelen
Stap voor stap
Marcel licht het productieproces toe: ‘We produceren véél microalgen op een klein oppervlak. We onderscheiden ons door het groeiproces zo te doseren en sturen dat de uiteindelijke concentratie microalgen in het water tot vijf keer hoger is dan normaal. Daarbij gebruiken we relatief weinig water. Hierdoor hebben we ook minder energie nodig voor het centrifugeren van de vloeistof én voor het drogen om van verse algen het poeder te maken. We hebben dus ook lage energiekosten. Zo kunnen we ook een lage kostprijs blijven realiseren. Als voedingsbron voor de microalgen willen we bovendien gebruik maken van een zijstroom voor de productie van suiker, bijvoorbeeld melasse. Dat is nog beter voor de kostprijs én de voetafdruk. Dus duurzamer én goedkoper. Bovendien kunnen we het hele jaar produceren. Van het weer buiten zijn wij niet afhankelijk. Zo garanderen we stabiliteit en een continue beschikbaarheid van ons product voor de aanvoer naar onze klanten.’
Los of vast
‘Tijdens de eerste productiestap worden de microalgen in de steriele omgeving van het laboratorium “axenic” gemaakt, vrij van bacteriën. Daarna worden de algen opgekweekt tot een hoeveelheid die groot genoeg is om te gebruiken voor massaproductie in de fermentoren, de roestvrijstalen vaten. Daarna wordt de Chlorella geoogst. Vervolgens gaan de microalgen naar een koeltank voor de preconcentratie met behulp van een centrifuge. Dan zet een sproeidroger het concentraat om in poeder dat bijvoorbeeld ook kan worden verwerkt tot tabletten. Op deze manier produceren we microalgen in verschillende vormen, met meer dan 10 procent of juist meer dan 20 procent droge stof, los in poedervorm, of vast in tabletten. Daarmee kan elke eindproducent van voedingsmiddelen de beste formule toevoegen aan het eindproduct. Het is goudgeel, wit of groen supervoedsel, de “Hulkjes” van ons voedselaanbod. Meer dan 40 verschillende vitamines zitten erin.’
“Dat wereldwijde gesleep met voedsel en fosfaten moet radicaal anders”
Vallen en opstaan
Het rendabel kweken van microalgen is primair belangrijk voor de levensmiddelenindustrie. Marcel legt uit: ‘Microalgen worden al veel gebruikt als functioneel ingrediënt in uiteenlopende producten, zoals snoepgoed, sappen, smoothies, pastasauzen, algenspread, en deegwaren. Algen kunnen ook worden gecombineerd met uiteenlopende producten, om de nutritionele waarde te verhogen. Al sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw leren marktpartijen met vallen en opstaan van het industrieel kweken van algen. Bekende bestaande spelers zijn chemieconcern DSM in Heerlen, dat hun vers gekweekte algen onder meer gebruikt als bron van Omega3-vetzuren in babyvoeding. Van der Moolen Foodgroup in Enschede gebruikt algen in puur natuurlijke vorm voor het maken van algennoedels. Diverse spelers in voedingssupplementenindustrie gebruiken de algen in tabletvorm, vooral vanwege de antioxidanten. De Dutch Weed Burger in Amsterdam gebruikt de groene algen in hun broodjes, zodat die een mooie groene kleur krijgen. En vooruitstrevende voedselproducenten vervangen de sojabonen in hun groenteburgers, pizzabodems of pasta juist door kweekalgen. Ook kunnen deze algen worden gebruikt in diervoeding.’
Traditioneel en innovatief
‘De traditionele groene microalgen van Duplaco bestaan voor ongeveer 40 procent uit eiwitten. De innovatieve witte microalgen die het bedrijf ontwikkelt bestaan zelfs voor circa 60 procent uit eiwitten. Momenteel is er maatschappelijk veel aandacht voor plantaardige eiwitten vanwege het vraagstuk van duurzaamheid omtrent dierlijke eiwitten. De behoefte aan voldoende beschikbare eiwitten is groot vanwege de nog steeds groeiende wereldbevolking. Tegelijkertijd bevatten microalgen nog veel meer dan alleen eiwitten. Denk aan vitaminen, mineralen en antioxidanten. De meeste mensen krijgen veelal te weinig voedingsvezels binnen. Daarin kunnen microalgen dus bepalend zijn. Ook voedingsvezels staan in de belangstelling vanwege de prebiotische werking, de bijdrage aan de darmflora. Gezonde darmen dragen weer bij aan de totale fysieke en mentale gezondheid van mensen. Steeds meer onderzoek richt zich hierop. Ook het belang van het binnen krijgen van voldoende antioxidanten voor het gezond oud worden, wordt steeds meer onderkend.’
Zonder en met zonlicht
‘Voor het heterotroof kweken van microalgen is ongeveer 8.000 liter water nodig in één fermentor-vat met een capaciteit van 10.000 liter. Voor het autotroof kweken van dezelfde hoeveelheid microalgen is circa 40 hectare aan waterbassins nodig. De meeste Europese industriële producenten kweken de microalgen daarom heterotroof: zonder (zon)licht. Een heterotroof organisme is afhankelijk van voedingsstoffen van andere organismen, zoals plantaardige suikers. Daarentegen kweken de meeste Aziatische industriële producenten de microalgen autotroof: in waterbassins buiten, onder het licht en de warmte van de zon. De eerste methodiek is steriel en biedt zekerheid door volledige controle van het totale productieproces, inclusief de kwaliteit en kwantiteit. Dat vormt de beste basis voor exponentiële bloei, en niet alleen van de microalgen zelf, ook van volhoudbare productie en consumptie. Tegelijkertijd creëert die heterotrofe aanpak volop innovatiekansen: nieuwe hoogwaardige toepassingen en vruchtbare variaties om onze wereld snel duurzamer te maken dan dat we de Aarde zèlf aantroffen en achterlieten. De tweede, autotrofe methodiek heeft geen “economy of scale” en is niet steriel. Om te kunnen blijven opschalen vergt deze groeiwijze uiteindelijk grote hoeveelheden waterbassins van gigantische omvang. Op Aarde is daar eenvoudigweg niet voldoende ruimte voor.’
Wereldburgers en algenburgers
Marcel is heel transparant: ‘Als de mensheid voedsel blijft produceren zoals het tot nu toe is georganiseerd, dan zitten we heel snel aan het einde van een doodlopende weg. We moeten écht een andere richting op. Biotechnologie is een belangrijk onderdeel van volhoudbaar produceren. Dit is een toekomstbestendig antwoord. Zeker bij een nog steeds exponentieel toenemende wereldbevolking.’ In 2050 telt onze planeet Aarde naar goede verwachting bijna 10 miljard mensen. Rond het jaar 0 waren er naar schatting zo’n 200 miljoen wereldburgers. Een millennium later nog maar zo’n 300 miljoen. In het jaar 1800 waren het er al 978 miljoen. In 1900 was dat aantal verder gestegen tot 1.650 miljoen bewoners. En bij de tweede millenniumwisseling in 2000 leefden maar liefst 6.114 miljoen mensen op Aarde. In 2020 passeerden we met elkaar het aantal van niet minder dan 7.700 miljoen wereldburgers. Exponentiële groei heeft altijd een lange aanlooptijd, maar dan – opeens – wordt de opschaling of verandering manifest zichtbaar. Hoe voeden we straks al die mensen? Immers, velen hebben nu al een groot tekort aan voedsel. En hoe voedzaam of volwaardig is dat dan? En hoe energierijk? Dit kan, zo blijkt! Maar dan moeten we radicaal omdenken.
Omdenken in de praktijk
Marcel Oogink is zo’n omdenker. Niet radicaal ongericht, maar juist uiterst genuanceerd, met een scherpe blik op de horizon. Tegelijkertijd is hij ook nog eens een ondernemer die geregeld spontaan in het diepe durft te springen. Op zoek naar baanbrekende innovaties. Hij denkt niet in problemen, maar in kansen, bovendien in oplossingen. Begin jaren ’90 van de vorige eeuw is Marcel opgeleid als chemisch procestechnoloog, bij Saxion Hogeschool in Enschede. Daarna leerde hij de kneepjes in de dagelijkse praktijk, in verschillende branches bij diverse werkgevers. Hoogwaardige waterzuivering was daarvan slechts één procestechnologie. Steeds wil hij precies weten hoe het totale proces in een bedrijf in elkaar zit: van voor tot achter én van onder tot boven. Pas dan kan hij het geheel goed overzien, en de juiste richting bepalen: ‘De huidige economische aanpak is op de lange termijn volstrekt onhoudbaar, en komt momenteel dreigend als een boemerang op ons af. Lineaire waardecreatie in het huidige economische bestel leidt uiteindelijk tot een voor de mensheid, de dieren én de natuur onhoudbare situatie op Aarde. Onze planeet overleeft ons wel. Maar wij moeten de naderende boemerang zelf keren. En snel, heel snel!’
Continentale aanpak in geglobaliseerde wereld
‘Als we willen blijven voorzien in de groeiende voedselconsumptie van de toenemende wereldbevolking, dan zit uiteindelijk de oplossing in biotechnologie, zoals het industrieel produceren van hoogwaardige eiwitten. Want met de huidige productie en consumptie van voedsel komen we straks zelfs een tweede Aarde tekort. En in 2050 een derde planeet als we met bijna 10 miljard aardbewoners zijn. Tegelijkertijd is het tegengaan van overconsumptie en het bestrijden van voedselverspilling belangrijk, tezamen met het bevorderen van plantaardig eten.’ De globalisatie nam een lange aanloop. Achteraf begon die globalisering al in 1571, met de vestiging van een Spaanse handelspost op de Filippijnen, die een rechtstreeks verbinding over zee tot stand bracht tussen Spaans-Amerika en China. Zo werd zilver verhandeld en verscheept. Vanaf 1602 droeg de VOC steeds sterker bij aan de versnelling van het dan wereldwijd groeiende netwerkeffect van internationale handel en scheepvaart. De VOC verwordt uiteindelijk tot de tot nu toe nog steeds grootste multinational ooit. Het exponentiële effect van de voortgaande economische activiteiten zien we nog dagelijks op de wereldzeeën: in 65 jaar tijd is het aantal zeecontainers gegroeid van de eerste in 1955 tot zo’n 25.000.000 containers anno nu.
“De wereld is er voor iedereen én de wereld is van iedereen, inclusief van de natuur zelf”
Radicaal anders
Tienduizenden containerschepen varen wereldwijd achter elkaar aan, veelal volgeladen met voedsel dat van de ene kant naar de andere kant van de Aarde wordt verscheept en verhandeld. Marcel: ‘Dat gesleep met eten moet radicaal anders. Om te beginnen moeten we op basis van de gerealiseerde globalisatie meer en meer in continenten gaan denken én gaan handelen. Met de beschikbare voedseltechnologieën en dankzij baanbrekende innovaties kunnen we in Europa steeds hoogwaardiger én duurzamer produceren. Datzelfde dient op de overige drie continenten te gebeuren. Zodra ons bedrijf verder gaat internationaliseren en we zouden bijvoorbeeld de Amerikaanse markt gaan bedienen, dan werken wij per definitie niet mee met het continu verhandelen en verschepen van tonnen microalgen of benodigde grondstoffen. Dan zullen we op het Amerikaanse continent een productielocatie bouwen, of een partner zoeken die met onze techniek de algen produceert om de Amerikaanse regio’s te bevoorraden. Net zoals we dit nu al doen in Europa. We kopen grondstoffen dus ook niet meer in buiten ons Europese continent. Dat scheelt ons gigantische transportkosten, en verkleint onze CO2-voetafdruk. Tegelijkertijd voorkomt dat onzekerheden in toevoer en levering aan onze klanten’.
Concreet en abstract
Marcel is een concrete doener én een abstracte denker, die houdt van het analyseren van getallen. Tegelijkertijd staat hij volledig open voor de menselijke kant. Na een kopcursus Bedrijfskunde bij de Twentse managementschool TSM, begon het rond 2012 écht te kriebelen. Het zelfstandig ondernemerschap lonkte volop. ‘Mijn gevoel zei: “Gewoon doen!”. En omdat ik een “springer” ben, heb ik het gewoon gedaan. Vanzelfsprekend kom je jezelf dan wel geregeld tegen. Maar omdat je dingen doet waar je écht blij van wordt, kost het geen energie, maar levert het juist energie op. Je weet wat je kan, dus wat kan er eigenlijk gebeuren? Ik ben een teamspeler, en tegelijkertijd geregeld ook een éénpitter. Dan heb ik even de rust nodig om zaken op mijn manier uit te zoeken of voor te bereiden. Mijn basisstudie chemische procestechnologie bevestigde feitelijk mijn generalistische inslag. Procestechnologie is allesomvattend. Niet het product maar juist het proces staat volledig centraal. Als generalist wil ik dus ook doelbewust een ondernemende bijdrage leveren aan het branchebelang van deze jonge algensector. Het aantal aanbieders in onze markten is momenteel nog klein. Alles is te overzien, terwijl het marktpotentieel groot is. Omdat het productieproces van onze verantwoorde voedingsstoffen complex is én een hoog kwaliteitsniveau verlangt, is samenwerking cruciaal, binnen de waardeketen én binnen de sector als geheel. Uiteindelijk kan geen enkele partij het alleen. Een solistische aanpak zou ook helemaal niet in het belang van de samenleving zijn’, aldus een gedreven Marcel. Sinds 2015 is voldoende voedzame voeding één van de 17 duurzame doelen van de Verenigde Naties.
Schade aan mens en milieu
Marcel vervolgt: ‘Het is mijn stokpaardje, maar eigenlijk is het heel simpel: om dit alles te bewerkstelligen moeten we anders naar het totaal kijken, naar het alomvattende proces. En dus ook naar alle kosten. Dat heet “true pricing”, want pas dan wordt de schade aan mens en milieu ook daadwerkelijk doorberekend in de uiteindelijke marktprijzen. Door echt álle verborgen kosten inzichtelijk te maken en op te tellen, ontstaat de ware prijs. Plus de ware waarde. Dat is ook een belangrijk aandachtspunt in de manier van produceren van microalgen, want bij autotrofe productie wordt helaas niet echt alles meegeteld. Dan is een vergelijking met heterotrofe productie per definitie niet objectief, dan blijft dat gewoon appels met peren vergelijken omdat de voetafdruk van ons product gewoon stukken beter is dankzij onze innovatieve indoor-technologie. Daarnaast is ook een andere omgang met subsidies van belang. Subsidies zouden uitsluitend innovatie-gedreven moeten zijn, nooit commercie-gedreven. Door alles te normaliseren, wordt duidelijk dat eten een energiepakketje is. Als je iets normaliseert, dan kan je er een geobjectiveerde waarde aan hangen. En uiteindelijk een ware kostprijs en een juiste verkoopprijs.’
Van product naar proces
‘Omdat mensen lineair denken, denken ze veelal ook productmatig. Er gaat iets de fabriek in, en er komt iets uit: het product. Echter, als we naar een duurzame wereld willen – en dat is nu wel duidelijk noodzakelijk – dan moeten we naar een procesmatige aanpak, die naar het geheel kijkt. Dat is denken in oplossingen, in systemen. Immers, alles hangt met elkaar samen. Dan is het product pas volledig ondergeschikt aan het totale proces.’ Voor Marcel is het logisch om per definitie “outside the box” te denken: ‘Zoals we nu alles verslepen over onze planeet, dat moeten we gewoon niet meer willen. Daarom ben ik bereid tegen de heersende stroom in te zwemmen, of spontaan ergens in het diepe te duiken. Dat is toch de kern van goed ondernemerschap? De wereld is er voor iedereen én de wereld is van iedereen, inclusief van de natuur zelf. Wij mensen zijn allemaal energiepakketjes, net zoals alle dieren en alle planten. Zelfbeschikking is ook zo’n belangrijk punt, en geldt ook voor alles en iedereen. Van belang is om met elkaar een doel voor ogen te houden. Zowel voor de samenleving, voor het bedrijfsleven, voor onze organisatie, als voor elk van ons persoonlijk. Met elkaar zetten we gestaag stappen: van “proof of concept” in 2015 naar “pilot scale” in 2017, en sinds 2019 met opschalende productiecapaciteit. Het is een kwestie van de mensen meenemen, zowel binnen als buiten ons bedrijf’.
Korte termijn en lange termijn
Duplaco stuurt momenteel nog op liquiditeit. Marcel: ‘Banken en financiers hebben nu eenmaal een ander belang. Zij verlangen garanties. Maar ook dát is veelal slechts een lineaire benadering. In de praktijk is niets een rechte lijn naar boven, of naar beneden. Met vallen en opstaan probeer je de berg te beklimmen. Dat traject verloopt altijd kronkelig. Als je eenmaal boven bent, dan opent zich het zicht op de volgende berg. Zo blijf je dalen en klimmen. En nooit over een recht pad. Zelfbeschikking betekent voor mij ook verantwoording afleggen. Het is dus niet eenzijdig, maar tweezijdig. Niet enkel “ik”, maar altijd “wij”. En dat kan moeilijk zijn omdat anderen andere belangen hebben. Als ondernemer wil ik mijn zelfbeschikking behouden. Op een gegeven moment realiseer je je: “Ik ben niet het belangrijkste, maar dat is Duplaco”. En succesvol ís deze groeiende organisatie met momenteel een elftal toegewijde mensen. Die bewustwording dwingt mij om als eindverantwoordelijke een nieuwe rol te zoeken én aan te nemen. In de tussentijd zit je dan even in een spagaat. Feitelijk is dat een groeifase. Totdat ik definitief beslis en weer spontaan spring.’
Theorie voor de praktijk
‘Tegelijkertijd is hier nog heel veel te bouwen, en dat past mij goed, want ik ben een bouwer. Wil graag verder, wil door. Dat betekent ook het podium pakken voor jonge mensen. Zij zouden zich moeten realiseren dat juist theoretische kennis heel belangrijk is. Het vrije, fundamentele onderzoek wordt – althans in de universitaire wereld – steeds vaker ondergeschikt gemaakt aan toegepast onderzoek. Specialismen overheersen. Feitelijk is dat de korte termijn, de uitvoerende kant, de dagelijkse praktijk. Maar dan komen we er niet op de lange termijn, in de toekomst. En dan uiteindelijk weer niet ín die praktijk. Daarom doen we als bedrijf zelf ook geregeld aan fundamenteel onderzoek. Eigenlijk dus de omgekeerde wereld. Vaardigheden kun je in de praktijk wel leren, maar diep doordenken doe je door veel te leren, met elkaar na te denken, en te blijven lezen. Dus door jezelf te blijven verrijken, naast de dagelijkse praktijk van het uitvoeren.’
Linksom of rechtsom
Ethisch handelen is voor Marcel de crux: ‘Het is altijd de drie P’s met elkaar in balans: People, Planet, Prosperity. Profit is slechts één deel van die laatste ‘P’, welvaart én welzijn. Linksom of rechtsom, de boemerang komt altijd terug. Dus blijf vasthouden aan die gedeelde waarden en normen. Immers, het leven draait ook om andere dingen dan uitsluitend Profit. Zoals respect voor de ander. Je moet zelf ethisch zijn en blijven, de ander zijn of haar leven laten leven. Voor mij is winst nooit een primair belang. Winstgevendheid is vooralsnog wel een noodzakelijkheid. Het draait om de continuïteit. En dan van alles. Van harte hoop ik dat de commerciële drijfveer er ooit echt uit gaat. Feitelijk is “true pricing” dan gelukt. Want dan ervaren we de totale impact van wat we met elkaar aan het doen zijn, wereldwijd. Individualisme vind ik niet negatief, mits het ook anderen, de dieren en de natuur respecteert. Gezond individualisme is dus niet: ongezond egoïsme. Integendeel. Nu de boemerang voor ons en onze planeet terug komt, is het tijd voor actie. Doelgericht. Uiteindelijk zit volgens mij de oplossing in biotechnologie. Hightech, gebaseerd op fundamenteel onderzoek én door toegepast onderzoek. De lange termijn voor de korte termijn. Lokaal zal micro-cultivatie een vlucht nemen. Bijvoorbeeld van een vlees-cel kweekvlees maken. Feitelijk niet anders dan van één enkele alg een algencultuur kweken.’
“Het is altijd de drie P’s met elkaar in balans: People, Planet, Prosperity”
Up cyclen
‘Als we meer en meer mensenmonden moeten voeden, dan moeten we meer en meer de natuur met rust laten. Feitelijk wil je de natuur op alle mogelijke manieren sparen. We leven immers ín deze biotoop. Dat ecosysteem moeten we snel weer in balans brengen, omdat de wal anders ons schip keert. De watervoetafdruk van ons proces is heel klein: 20 liter water is nodig voor de groei van 1 kilo microalgen. Dat is ongeveer evenveel als het vergt om één broccoli te kweken. Terwijl het vetmesten van een rund voor één kilo vlees maar liefst 15.500 liter water verlangt. En dat betreft dan alleen nog maar het bestanddeel “water”. Door onze algen in de nabije toekomst te voeden met bijvoorbeeld melasse-stromen uit de suikerindustrie, is er opeens sprake van “up cyclen”. De technologie stelt ons in staat om alles op een “natuurlijke” manier te doen. Steriel, en altijd in dezelfde omgeving. Dat is dus ook heel duurzaam: we kunnen laten en doen wat nodig is, en daarmee veel gerichter voedingsproducten maken en afleveren. Hebben microalgen voor dieren meer zinkgehalte nodig? Nou, dan zorgen wij daarvoor in ons productieproces’, aldus Marcel.
Schaalbaar proces
Ook voedingstabletten met microalgen van Duplaco maken naam en liggen bij verschillende merken van supplementen in de winkel of staan in de webshop. Marcel: ‘Het “custom made” maken en produceren is echt een groot voordeel. De voedingswaarde is dan helemaal aangepast aan de specifieke wensen van onze klanten. Andere industrieën gaan ook die kant op. Wij zijn het dus al. Onze microalgen zijn een vehikel voor hoogwaardige componenten en moleculen voor onder meer de voedingsindustrie. Onze algenkweek is een efficiënt en schaalbaar proces. Om tien keer zoveel te produceren, hebben we slechts twee keer zoveel collega’s nodig.’
Bio is logisch
Algenproducent Duplaco mag haar puur natuurlijke producten helaas – nog – niet als “biologisch” afficheren, wel als “natuurlijk”. De formulering in de wet- en regelgeving staat het eerste label niet toe. Marcel heeft gelukkig een alternatief: ‘Het onafhankelijke keurmerk “On the way to PlanetProof” spreekt mij persoonlijk enorm aan. Het bewijst dat je een product koopt dat duurzamer is geproduceerd en daardoor een betere keuze is voor mens, dier, natuur én klimaat. Het milieu is daarin het belangrijkste aandachtspunt. Ook daar staan dus zelfbeschikking en verantwoordelijkheid voorop.’ De huidige wereldmarkt bedraagt circa 6.000 ton Chlorella. Nu is het nog de bekende stilte voor de storm, want een marktexplosie voor dergelijke duurzame voeding lijkt aanstaande. Dan kan de boemerang daadwerkelijk keren.