erwalt Voortman (23) krijgt als kind het ondernemerschap met de paplepel ingegoten. Vader Jan (47) neemt in 2016 TSE Fuelling Supplies over, een bedrijf dat producten voor de opslag en distributie van brandstoffen, chemicaliën en water levert, maar ook kunststof putdeksels en putranden levert. Vanuit die hoedanigheid wordt het bedrijf gevraagd composiet (kunststof) rijplaten te fabriceren om klanten te voorzien van tijdelijke toegangswegen. In 2019 wordt Ferex opgericht en sinds 1,5 jaar is Gerwalt formeel mede-eigenaar.
“De vraag naar kunststof rijplaten lag er veel langer”, vertelt Gerwalt, “In 2007 werden er in Nederland al succesvol testen uitgevoerd met composiet rijplaten, maar dat werd op dat moment niet verder uitgerold door toenmalige rijplatenleveranciers. Later is mijn vader in dat gat gesprongen.” Gerwalt studeert werktuigbouwkunde in Amersfoort en later Megatronica als bbl’er bij een bedrijf in Rijssen. Tijdens zijn werk bij voersystemenfabrikant Trioliet komt hij erachter dat werken met de handen leuk is, maar dat hij ook meer wil. Hij pakt de studie Commercieel Business Management bij Hogeschool Tio in Hengelo op en rolt in het bedrijf van zijn vader. Gerwalt heeft nu de dagelijkse leiding.
“Je bespaart flink op transport en uitstoot van CO2”
Stalen plaat 900 à 1000 kilo, kunststofplaat zo’n 375
Stalen rijplaten kennen we allemaal. “Je legt ze op elkaar, onder elkaar”, legt de jonge Rijssenaar uit, “Kunststof of, zoals we ze ook noemen, composiet rijplaten worden aan elkaar gekoppeld. Daardoor is het oppervlakte gelijkmatig en veiliger. Plus aanzienlijk lichter. Een stalen plaat weegt tussen de 900 en 1000 kilo, een kunststofplaat zo’n 375. Zo kun je heel wat meer platen meenemen in een vracht en daarmee bespaar je flink op transport en uitstoot van CO2. Een ander voordeel is dat je normaal gesproken bij een zachte ondergrond de eerste laag, de teelaarde, weghaalt. Vervolgens komt er doek over en daarna pas de stalen rijplaat. Bij kunststof rijplaten is dat allemaal niet nodig doordat ze lichter zijn en dankzij de onderliggen koppeling zorgen voor een betere lastspreiding. Je spaart kosten van gravers uit en in de praktijk blijkt ook nog eens dat teelaarde in opslag na verloop van tijd oxideert met de daarmee gepaard gaande CO2-uitstoot.”
Elke plaat is voorzien van een gps-tracker
Een paar mooie projecten staan al op het conto van het jonge bedrijf. Voor een windmolenbouwer in Eemshaven werden drieduizend platen geleverd vanaf het plateau van de preassemblage tot aan de plek waar de molens opgebouwd werden. Met een afmeting van 2 x 4 meter per rijplaat is een aanzienlijke afstand overbrugd. Een soortgelijk project loopt er nu in Duitsland met 2400 platen. Gerwalt glimlacht: “40 vrachten, 2 vrachtwagens met kraan die daar twee weken bezig zijn en die platen blijven 30 weken liggen.” Het is voornamelijk de bouwwereld en de markt van groot industriële bouwprojecten die Ferex bedient: tijdelijke toegangswegen, windmolenparken, horizontale boringen. Sinds kort zijn daar ook festivalterreinen aan toegevoegd. Speciaal hiervoor is de Light Duty rijplaat ontwikkeld, de lichtere variant op de grote broer Heavy Duty die voor zwaarder materieel wordt ingezet. Het plan ligt er om een medium variant op de markt te brengen: een product voor particuliere verhuur of huur aan hoveniers en kleine aannemers die eenvoudig via een webshop kunnen bestellen. “Je voert het aantal vierkante meters oppervlakte in en hoe lang je de platen nodig hebt, de huurprijs rolt er automatisch uit en dan kun je bestellen”, legt Gerwalt het plan simpel uit. Bang om er eentje kwijt te raken, is hij niet. “Nee, elke plaat is voorzien van een gps-tracker waar vervolgens de facturatie ook aan te koppelen is.”
“Af en toe is het kunst- en vliegwerk, maar het lukt altijd weer”
Tweede vestiging in Denemarken
Verder groeien naar 20.000 platen binnen drie jaar staat als doel op het lijstje. Gaat dat lukken? “Daar gaan we voor, we zijn in ieder geval een mooi eindje op weg”, legt Gerwalt uit, “We willen rustig doorgroeien. Vorig jaar hebben we een tweede vestiging in Denemarken geopend om de Deense energietransitiemarkt te kunnen bedienen. Daarvan hebben we het transport en de logistiek uitbesteed. We willen in ieder geval alles voor doen om onze klanten goed te bedienen. Af en toe is het kunst- en vliegwerk, maar het lukt altijd weer. Alleen kunnen we dat niet. Dat doen we samen met onze veertien medewerkers. Er heerst hier een open cultuur, iedereen brengt wat in. Alle input waarderen we en onderzoeken we graag samen verder. We lunchen iedere werkdag gezamenlijk met elkaar aan een grote tafel: brood, beleg en voor ieder wat wils op tafel. We zorgen voor vers fruit, groente en noten, spelen een potje tafeltennis of tafelvoetbal. Op de vrijdag een snack en om de week af te sluiten drinken we na werktijd samen een biertje. Samen hard werken en dingen doen die je leuk vindt, heb ik van mijn ouders meegekregen. En dat willen we aan iedereen overdragen die hier werkt.”