k zit aan de keukentafel en moet nog een column schrijven. Het is een regenachtige zondagavond in de herfst. Kwart over zes. Buiten is het donker, koud en guur. De wind giert om het huis. De regen slaat striemend tegen de gevel. De hanglamp boven de keukentafel werpt een vreemde glans op een deel van de achtertuin. Daar waait het blad met een noodgang over het gras. Ik weet niet waarom, maar er dwarrelt een weemoedig liedje van Daniël Lohues door mijn hoofd.
Even verderop zitten de kinderen alweer op de bank op hun telefoon te staren. Er zit er zelfs eentje onder een deken verstopt. Twee witbesokte voeten steken er nog net uit. Maat 42. De tijd gaat snel. Net zaten we hier nog met elkaar aan tafel. Stamppot andijvie. Met spekjes en rookworst. Er staan nog drie glazen bakjes met yoghurtrestanten voor me op tafel. Eigenlijk moeten die ook nog richting vaatwasser. En er moet nog een vaatdoekje over de tafel. Ik zucht. Dit is uitstelgedrag. Die column moet af!
Waar zal ik het eens over hebben dan? Techniek is het onderwerp van het komende magazine. Maar ik weet helemaal niets van automatiseren. Nada van computers, data en technologische ontwikkelingen. Geen benul van cijfers, laat staan van nulletjes en eentjes. Ik ben de man van de letters. Van de woorden en de zinnen. Ik weet alles van d’s en t’s, komma’s en punten, van spelling en tussenkopjes. ‘t Kofschip kent voor mij geen geheimen en van een pakkende kop boven een artikel krijg ik rode wangetjes. Taal is zeg maar echt mijn ding.
‘De techniek van het schrijven van een leuk stukje’, mompel ik in mezelf aan de keukentafel. ‘Dáár kan ik het natuurlijk over hebben!’. Over gewone taal, korte zinnen en herkenbare onderwerpen. Zoals mijn gevecht met de tijd en de zwaartekracht. Ook míjn werk is niet altijd leuk. Ook míjn appelcake zakt in. En ook in míjn tuin groeit het onkruid even hard. Dáár schrijf ik over. Over niets eigenlijk. Over de kleine dingen, die je wel moet willen zien. Maar ja. Hoe schrijf je daar nou een leuk stukje over? Ik schud mijn hoofd. Dat lukt me nooit.