an oudsher is de regio Twente sterk in de zogeheten maakindustrie. We zijn goed in het bedenken en maken van slimme oplossingen voor maatschappelijke opgaven en sociale innovatie op veel terreinen. Denk aan de agrarische sector, zorg, energie en mobiliteit. En waar producten gemaakt worden, moeten ze ook worden vervoerd. Mobiliteit en transport zijn dus van groot belang. Om de opleidingen op dit vlak beter op elkaar en de praktijk aan te laten sluiten, hebben onderwijs en bedrijfsleven de handen ineen geslagen.
Het Alma College in Almelo opent na de zomervakantie zijn deuren. De nieuwe school is een samenwerking van de vmbo-opleidingen van Het Noordik, Pius X College en Het Erasmus. Jan van der Meij is nu nog kwartiermaker en begeleidt de samenwerking. Straks is hij directeur van de nieuwe school. “De drie scholen opereren nu apart van elkaar,” vertelt Van der Meij. “Straks zijn we één school. Vanwege de krimp in de regio zaten we met te veel vmbo-scholen. Omdat Twente echt een maakregio is, wilden we alle profielen behouden. Dat doen we met deze nieuwe school. Daarnaast zoeken we nadrukkelijk de aansluiting met ROC van Twente en het bedrijfsleven.”
“We leveren onze leerlingen af met de juiste bagage voor de vervolgopleiding”
Doorlopende leerlijnen
De samenwerking met ROC van Twente wordt binnenkort bekrachtigd met een heus samenwerkingsconvenant. “Het ROC wil graag samenwerken met de vmbo-scholen. Niet alleen met ons, maar ook met de andere scholen in onze regio,” legt Van der Meij uit. “Wij zijn de samenwerking hier in de regio Almelo al begonnen met de opleiding Mobiliteit & Transport. Daar hebben we de eerste concrete stappen gezet in de ontwikkeling van een schooloverstijgende en doorlopende leerlijn. Onze leerlingen zijn in februari begonnen een deel van hun programma uit te voeren op de locatie De Sumpel van ROC van Twente. Door de samenwerking is de afstemming optimaal. Een leerling op het vmbo bereiden we zo goed voor op het vervolg op het mbo. Zo hoeven we op het mbo geen dubbele dingen te doen. We leveren onze leerlingen af met de juiste bagage voor de vervolgopleiding.”
"Onderwijs en bedrijfsleven bundelen de krachten"
Elkaars faciliteiten
De doorlopende leerlijn houdt niet op bij de samenwerking tussen vmbo en mbo. “Het werkt vervolgens óók door naar het bedrijfsleven,” weet Van der Meij. “We kijken uiteraard naar wat er in de regio nodig is als het gaat om mobiliteit en transport. Daar is het ons om te doen. Wij laten onze leerlingen kennismaken met wat het bedrijfsleven vraagt. Dat doen we door van elkaar te weten hoe we werken en wat er nodig is. En we werken ook echt samen in de praktijk. Zo maken we gebruik van elkaars faciliteiten. Op het Alma College hebben we bijvoorbeeld geen logistiekhal. Dankzij de samenwerking met ROC van Twente en het bedrijfsleven kunnen we onze leerlingen Mobiliteit & Transport ook in de praktijk laten ervaren wat laden en lossen betekent. Hoe dat werkt met een vrachtwagen. Ze zien nu hoe dat in het echt gaat. Het is eigenlijk niet meer dan logisch dat we ze goed voorbereiden op hun vervolgopleiding, want onze leerlingen zijn de studenten van straks.”
Best uniek
De link met de praktijk komt volgens Van der Meij ook heel duidelijk naar voren door de intensivering van de samenwerking met bedrijven. “Er is veel vraag naar personeel in de logistiek. Een vmbo-leerling heeft vaak geen goed beeld van wat logistiek precies is en wat erbij komt kijken. Door bij ROC van Twente en bij bedrijven te gaan kijken, zien ze veel beter wat er gebeurt en wat ze kunnen verwachten. Die samenwerking met het bedrijfsleven vanuit het ROC gebeurde al vaker bij meer opleidingen. De doorgaande leerlijn die wij nu met vmbo, mbo én bedrijfsleven structureel aanbieden, die is best uniek.”
Beter afgestemd
Vmbo, ROC en bedrijfsleven werken dus samen om in de hele opleidingsketen een doorgaande lijn te creëren. Zo zijn onderwijs en bedrijfsleven goed op elkaar afgestemd, weten leerlingen beter wat ze straks kunnen verwachten en worden leerlingen beter voorbereid op de praktijk. Maarten Monninkhof is docent Mobiliteit & Transport op Het Erasmus en straks dus op het nieuwe Alma College. Hij ziet van dichtbij wat de doorlopende leerlijn voor hem en zijn vmbo-leerlingen betekent. “Een vmbo-leerling krijgt nu goed in beeld wat hij straks op het ROC gaat doen en waar hij naartoe werkt als hij in de praktijk aan het werk gaat.”
“Een vmbo-leerling krijgt nu goed in beeld wat hij straks op het ROC gaat doen”
Mooie oplossing
Monninkhof merkt dat leerlingen enthousiast raken door de nieuwe manier van werken en ook beter voorbereid worden voor het examen dat ze moeten doen. “Ruimte is vaak het probleem”, weet de vmbo- docent. “Voor onze opleiding hebben we eigenlijk een vrachtwagen en een groot magazijn nodig. Maar de vierkante meters voor Mobiliteit & Transport zijn heel beperkt. We kunnen hier geen vrachtwagen laden en lossen, geen magazijnstellingen in- en uitpakken zoals dat in de praktijk wél gebeurt. Voor die praktijk hebben we de samenwerking gezocht met ROC van Twente. Een mooie oplossing voor ons en zeker ook voor de leerlingen.”
Eerst de theorie
Voordat de vmbo-leerlingen de praktijk ingaan, krijgen ze eerst alle theorie op school. “Zo weten de leerlingen straks ook goed waar de instructeur op het ROC het over heeft,” legt Monninkhof uit. “Dat werkt goed. In die praktijklessen zit ook een opbouw. We beginnen bij de basis en bouwen het in moeilijkheidsgraad op. Uiteindelijk komt alles aan bod. Van de vrachtwagen zelf tot de routeplanning en van het klaar maken van verzendeenheden tot het laden van de oplegger. Wat ze op school in korte stapjes doen, kunnen ze op het ROC in vier dagdelen behandelen. Nu weten leerlingen door gesprekken met de ROC-instructeurs waar ze straks op het ROC op verdergaan.”
Voor het echie
“Leerlingen verdienen het ook om optimaal voorbereid te worden op hun toekomst,” klinkt het bevlogen uit de mond van Monninkhof. “Ze krijgen eerst de basis en straks volgt de verdieping. Met deze doorlopende leerlijn zijn ze daar veel beter op voorbereid. Voor onze leerlingen is het ook hartstikke spannend om op het ROC te gaan kijken. Maar ze vinden het óók supermooi. Ze zeggen: ‘Nu kunnen we ook écht die vrachtwagen in. Voor het echie!’ Op school ging het veel om simuleren. Dan deden we alsof er een vrachtwagen stond. Nu kunnen we het écht doen!”
Bewuste keuze
Roy van den Berg is docent Transport & Logistiek bij ROC van Twente. Hij beaamt de woorden van zijn collega volmondig. “Het heeft echt veel voordelen voor de studenten,” zegt Van den Berg. “In het MBO heb je bijvoorbeeld verschillende niveaus. Je kunt doorstromen van niveau 2 naar niveau 3 en van 3 naar 4. Door de doorlopende leerlijn en de goede samenwerking hebben we goed in kaart wat een student kan. Dan kun je het traject eventueel ook verkorten, omdat een student bepaalde stof al gehad heeft. Een ander pluspunt is dat veel minder studenten uitvallen. Ze weten namelijk wat ze bij ons gaan doen. Dus ze maken een bewuste keuze.”
Minder grote stap
En de stap naar het échte werk? Loopt dat dan ook soepeler? Van den Berg knikt. “Absoluut! Studenten zijn veel beter voorbereid. Dat merken we bijvoorbeeld als ze tijdens hun opleiding moeten gaan stage lopen. Dat is al na tien weken. Als ze dan al wat ervaring hebben opgedaan op een eerder moment, dan is die stap minder groot. We krijgen dat ook terug van bedrijven. Studenten die gaan stage lopen zijn gemotiveerder, beter voorbereid en beter in staat snel mee te lopen. We doen dit nog maar een jaar, maar deze doorlopende leerlijn werpt nu al duidelijk zijn vruchten af.”
Baanbrekend leren
Grensoverschrijdende samenwerking is cruciaal voor inspirerend en toekomstbestendig onderwijs. Daarom zijn we binnen de gemeenten Almelo, Tubbergen en Twenterand onder de naam Baanbrekend Leren een beweging gestart om toekomstgericht leren mogelijk te maken. Het is essentieel dat onderwijs en bedrijfsleven de handen ineen slaan en binnen de regio een hybride leeromgeving bouwen waarin we les geven op elkaars faciliteiten en waarin het opgroeien van kinderen en jong volwassenen een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Baanbrekend Leren wordt onder andere ondersteund door het project Sterk Techniek Onderwijs. Dat is een structurele investering in het vmbo van 100 miljoen per jaar tot en met 2023 in heel Nederland. De doorlopende leerlijn is een praktische uitwerking van baanbrekend leren.
