rgentinië, Rusland, China, India, Bangladesh, Australië, Zuid-Afrika. Er zijn maar weinig landen in de wereld die Hans Dannenberg (46) niet gezien heeft. Sinds vijf jaar bouwt hij machines. “Voor iedereen die het nodig heeft, op maat gemaakt”, vat hij samen. Dit pad stippelt hij niet uit als hij zich in de zestien jaar ervoor in de textielmachinebouw in Oldenzaal verdienstelijk maakt.
In die periode is hij veel in China, hij begeleidt mensen tijdens de opbouw van een productiefaciliteit van een textielaanbieder. Twee grote projecten in Angola volgen. “Het was goed vertoeven”, vertelt Hans, “Mijn vrouw gaf me alle ruimte, maar de kinderen werden groter en ik had de behoefte om toch meer thuis te zijn.” Het bedrijf waarvoor hij werkt, staat te koop. In Hans wordt de overnamekandidaat gezien, hij ziet ervan af, maar daarmee is het zaadje naar zelfstandig ondernemerschap wel geplant. In eerste instantie leent hij zich uit als projectleider, projectengineer en elektrotechnicus. “Maar ik wilde machines bouwen, dat vind ik mooi. Dat betekende wel dat ik op zoek moest naar een eigen product, naar continuïteit, maar dat is best lastig”, legt Hans uit. Het Duitse Bayer GmbH komt op zijn pad. Voor het internationale megaconcern bouwt het inmiddels geheten Dannenberg Industries een automatische spoelmachine in Enkhuizen. “Dat was wel de vuurdoop, want er kwamen heel wat veiligheidseisen bij kijken. Ik dacht: als ik daar aan kan voldoen, kan ik aan alles voldoen. Ze zeiden na afloop: ‘Je hebt de boel goed voor elkaar.’”
“Ik dacht: als ik daar aan kan voldoen, kunnen we aan alles voldoen”
De papierwinkel 100% op orde
Sindsdien ontwerpt en bouwt de machinebouwer er lustig op los. Hij denkt aan details waaraan anderen niet denken en overziet risico’s die anderen over het hoofd zien. Zo komt de spoelmachine die bij Ferex Rijplaten uit Enter (zie interview elders in dit blad-red.) operationeel is voor het schoonspoelen van de koppelingen van de rijplaten uit de koker van Dannenberg Industries. Hoe pak je dat aan? “Het leek in eerste instantie makkelijk, want zand spoel je relatief gemakkelijk weg, maar klei niet”, legt de Rijssenaar het probleem uit. Tegelijkertijd is hij bezig met een lasertechniek om textieldoeken energiezuinig te bewerken en draait er beneden in zijn pand een machine bestemd voor de parfumindustrie. Een project dat hij samen met de Duitse Hochschule Harz oppakt waarbij potjes in een elektromagnetisch veld op zwevende tegeltjes in een razend tempo kunnen bewegen en de inhoud kunnen mengen. Het laatste succes? Een aanvraag uit Koeweit voor het maken van een oplosmachine voor het verwijderen van het extreem explosieve H2S (waterstofsulfide) uit ruwe olie dat leidingen aanvreet. Met daarnaast de levering van een aflosmachine om het mengsel naar de olievelden te transporteren. Hij rakelt een aantal chemische termen op die voor een niet-scheikundige nauwelijks te volgen zijn. Inmiddels is hij er twee keer voor naar het Arabische emiraat afgereisd. “Ja, je hebt er een lange adem voor nodig, maar ik zei tegen mijn compagnon: ‘Ach, als we de order niet hebben, kunnen we ieder geval zeggen dat we in Koeweit zijn geweest.’” Maar de order wordt geschreven, het opent deuren naar bedrijven als Bayer en Schlumberger waar de papierwinkel meer dan honderd procent in orde moet zijn. Het is zijn credo: Hans doet zorgvuldige risico- en veiligheidsanalyses op zijn machines, test door en door, schrijft de handleidingen zelf en zorgt ervoor dat de man die met de machine moet werken er daadwerkelijk ook veilig en probleemloos mee kan werken.
“Ach, als we de order niet hebben, kunnen we ieder geval zeggen dat we in Koeweit zijn geweest”
Een mooie leerschool
Projecten in het buitenland blijven trekken. “Ik vind dat nog steeds mooi. Je komt in aanraking met andere mensen en andere culturen waardoor je kijk op dingen verandert. Hoe mensen leven, werken en wonen met elkaar. Daar moet je het goede proberen uit te halen. Je leert een andere kant van situaties te zien en daarmee verrijk je jezelf en ook de wereld.” Hans raakt er niet over uitgepraat. “Neem bijvoorbeeld de armere landen. Je wordt daar vaak goed ontvangen. Je komt met een machine die werkgelegenheid biedt en daarmee ook voedsel aanbiedt.” Of hij daar trots op is? “Het woord trots ken ik niet”, glimlacht hij bescheiden, “Ik vind het gewoon leuk dat ik een mooie werkbare machine voor een klant kan neerzetten en dat mensen dan zeggen: ‘Nou, Hans, je hebt het goed op orde’ of dat zo’n strenge veiligheidsman van Bayer geen opmerkingen heeft. Dat trek ik dan weer door naar andere machines. Ik heb vijf jaar geleden de stap naar zelfstandig ondernemerschap gezet, omdat ik als ik met pensioen ga, kan zeggen: ik heb het in ieder geval geprobeerd. Het is een mooie leerschool. Oh, en natuurlijk zou ik ook graag wat meer machines voor hier in de omgeving willen ontwerpen en leveren.”