echnisch bedrijf? Oh, daar communiceren ze vast rechtlijnig’, is mijn enigszins vooringenomen oordeel over bedrijven met een technische inslag. Ik denk dat het komt omdat je vroeger op school óf een talenknobbel had óf een voorkeur had voor exacte vakken. Dat zijn twee groepen, maar dat is vast ouderwets hokjesdenken. Je kunt natuurlijk best een praatgrage techneut zijn.
Als opvolgerscoach voor familiebedrijven kom ik veel technische bedrijven tegen. Dat is vast niet zo gek, want ik groeide op in een familie met een technisch bedrijf. De geur van staal roept bij mij nostalgische herinneringen op en bij technisch jargon heb ik soms een vleug van herkenning. Wie had ooit gedacht dat dit invloed zou hebben op mijn huidige werk? Ik lijk technische bedrijven aan te trekken, want ik heb er ‘iets’ mee. Mijn oordeel over communicatie in technische bedrijven is daarom geen vooroordeel, maar een constatering die is gebaseerd op mijn eigen waarneming. Ik denk namelijk echt dat er anders gecommuniceerd wordt in technische bedrijven, maar ik houd ervan!
Techniek vraagt om een hands-on mentaliteit, om concrete actie, om oplossingsgerichtheid, doeltreffendheid en resultaat. Praten duurt lang en staat een snelle oplossing in de weg, dat is wat techneuten volgens mij denken. Niet te lang dimdammen, maar doorpakken! En terecht…als het tenminste om een technisch probleem gaat. Bedrijfsopvolging van het familiebedrijf gaat echter over meer dan techniek alleen, dat gaat ook over minder concrete zaken zoals verwachtingen en emoties.
Een gesprek over de toekomst met een zakelijke, rationele, analytische en technische directeur vind ik een van de mooiste dingen om te doen. Juist zij worstelen met de vaagheid die gepaard gaat met verandering als het gaat om stoppen en het stokje overdragen aan een volgende generatie. Soms hoor ik ze vooraf zoeken naar het te verwachten eindresultaat: ‘Persoonlijke ontwikkeling is allemaal mooi, maar als ik over twee jaar stop moet de opvolging rond zijn’. Helaas kunnen we een harmonieuze opvolging niet even uitrekenen of aan elkaar lassen, dus dan is het aan mij om een gesprek op gang te krijgen met de betrokkenen over verwachtingen, twijfels, vroeger en nu, broers en zussen, familierelaties, talenten, enzovoort. En eerlijk is eerlijk, de nieuwe en jonge generatie vindt praten merkbaar gemakkelijker. Misschien komt dat omdat er op school veel aandacht is voor reflectie en intervisie. Dat is winst voor het overnameproces en een voordeel voor mij als opvolgerscoach. Dus op naar een generatie met praatgrage techneuten!