ij de familie De Jong zit beton in het bloed. Rohald de Jong (47) leerde het vak onder de vleugels van z’n vader Jan de Jong (72), voormalig directeur en mede eigenaar van een vloerenbedrijf. De derde generatie, Maarten-Jan de Jong (18) loopt al mee in het bedrijf van z’n vader om de fijne kneepjes van het betonstorten en afwerken van monolietvloeren en maken van fundaties onder de knie te krijgen. “Voor dit vak was er geen opleiding meer,” zegt Rohald. “Dus is de praktijk de enige leerschool”.
Zelf heeft hij het vak ook grotendeels in de praktijk geleerd. Het bedrijf van vader Jan had meerdere vestigingen in het land, waar in totaal meer dan honderd mensen werkzaam waren. Op z’n 23ste wilde hij dat Rohald op eigen benen ging staan en stuurde hem naar de vestiging in Rijssen, eerst als commerciële man en een jaar later was hij er bedrijfsleider. Rohald: “Had ineens veertig man personeel. Vreselijk veel geleerd in die tijd. De bedoeling was uiteindelijk dat ik ooit algemeen directeur zou worden, maar ik bleek niet echt geschikt voor een pak en een stropdas.”
Kat uut de boom
Na een slokje koffie: “Ik moet gewoon met m’n voeten in het beton staan. ‘Begin dan wat voor jezelf’, zei pa. Maar daarmee zou ik zijn concurrent gaan worden en dat wilde ik niet. Toen de vestiging in Rijssen plotseling werd verkocht kreeg ik alsnog de kans en ben ik in 2006 begonnen; businessplan, financiering en zelf weer storten, afwerken, alles. Kijk, ik kom natuurlijk uit het westen. Mijn vader waarschuwde mij al voor een andere zakelijke mentaliteit dan daar. ‘Kat uut de boom kiek’n’, maar als je ze eenmaal als klant hebt, blijven ze klant. Ik wist er natuurlijk al wel iets van, want was allang getrouwd met een Hengelose en we waren hier al naar toe verhuisd.”
“Een monoliet-afwerker gaat straks met een hoger salaris naar huis dan een ingenieur.”
Met het oog op de toekomst
Maar er was nog een reden voor Rohald om z’n eigen bedrijf te starten: “Maarten-Jan werd in 2004 geboren en een jaar later bleek dat hij volledig doof was. Voor mij was dat een reden om ervoor te zorgen dat als hij in de toekomst vanwege z’n handicap geen baan zou kunnen krijgen, ik op deze wijze ervoor kon zorgen dat hij sowieso altijd werk zou hebben.” Maarten-Jan spreekt uitstekend Nederlands en aan niets merk je dat hij doof is. “Da’s ook tegelijkertijd mijn valkuil”, zegt ie. “Mensen gedragen zich dan zoals altijd en praten dan tegen je zonder dat ze je bijvoorbeeld aankijken. Dan zeg ik dus niks terug, omdat ik het gewoon niet zie,’ zegt hij lachend. “Mijn moeder was destijds logopediste, vandaar mijn correcte uitspraak.” Of hij het bedrijf ooit over gaat nemen? Hij haalt z’n schouders op: “Zoals ik er nu tegen aankijk zeg ik ja.”. “Hij moet z’n plekje verdienen en ook willen,” zegt Rohald.
Betonvloeren van 20 tot 40.000 m2
De Jong betonvloeren bestaat uit tien vaste en vijftien zzp krachten. “Ik wil ook niet groter”, zegt Rohald. “Het is overzichtelijk en ik kan op deze manier ook zelf nog naar buiten, naar de projecten. Gewoon meehelpen. Denk niet dat ik het beter kan dan de jongens; zij krijgen een vloer in één keer strak gevlinderd, ik doe er vier keer zo lang over. Maar ik wil graag de feeling houden.”
De opdrachten zijn zeer uiteenlopend en komen veelal via een vaste groep aannemers.
“Fundaties, dekvloeren van 20 tot 40.000 m2, we zijn heel erg flexibel en werken door heel Nederland. Bouwbedrijven storten zelf eigenlijk geen monolietvloeren (een betonvloer waarvan het oppervlak direct glad wordt afgewerkt; ook wel vlinderen genoemd) meer. Waarmee wij ons onderscheiden is dat wij zowel monolietvloeren doen als ook fundaties. De meeste betonbedrijven doe één van beide. Voordeel ervan is dat ik door die fundaties in het voortraject zit en daardoor ook met de opdrachtgever alvast kan meedenken over de vloeren. Is voor beiden interessant. We kunnen bijvoorbeeld een betonvloer omrekenen van een dubbele traditionele wapening naar een staalvezel variant. Hierdoor kun je dan op de dikte van de betonvloer en op de hoeveelheid staal besparen.” Waaruit een enorme kennis ervaring spreekt. “Dus ik zit meestal snel aan tafel. Snel schakelen. Klein bedrijf. Verkoop, planning, uitvoering. Ja, het is ook gelijk de zwakte. Teveel hangt bij mij. Da’s wel waar, maar gelukkig is er hier Sandra Krommendijk op kantoor, onze spin in het web die alles weet.”
Geen vakmensen meer te krijgen
Hier werken eigenlijk alleen ervaren rotten buiten. Jonge vakmensen krijg je bijna niet meer. Toevallig is er nu een opleiding ‘Dekvloeren’ gestart in Nuenen; uit het hele land komen zes leerlingen. Twente is een bouwregio, maar beton is een ondergeschoven kindje, helaas. Weet je: ik denk dat een monoliet-afwerker straks met een hoger salaris naar huis gaat dan een ingenieur.”