oe maak je je agrarische bedrijf in deze onzekere tijden zo duurzaam mogelijk? Thijs Mensink uit Albergen, eigenaar van Erve Vleerboer, klopte onlangs met die vraag aan bij AgroHub Twente. Plannen heeft hij genoeg, maar welke daarvan zijn haalbaar? Drie studenten van het Zone college en één student van Aeres Hogeschool deden onderzoek voor hem. ‘En dat hebben ze heel netjes gedaan’, vindt Mensink.
Erve Vleerboer richt zich voornamelijk op het bieden van verzorging en onderdak van paarden. De dieren staan genoeglijk te grazen in de omliggende weilanden of ze bivakkeren in de pensionstal. De stalling in Albergen is voor paardeneigenaren een mooie oplossing, bijvoorbeeld in vakantieperiodes. Er is ruimte voor 40 tot 45 paarden. Naast de stalling ligt een prachtige springweide, zodat de dieren voldoende beweging krijgen.Toeristen en toevallige passanten zijn ook van harte welkom bij het bedrijf van Mensink. Ze kunnen een kop koffie drinken, hun fietsband oppompen of een sanitaire stop maken. En als het even meezit spotten ze weidevogels in de uitkijkpost. Met een beetje geluk meldt de Grutto, de Tureluur of de Kievit zich voor de lens van de verrekijker.
Volop bedrijvigheid
Het bruist op het terrein van Erve Vleerboer in Albergen. Thijs Mensink geeft met plezier een rondleiding. Zijn bedrijf aan de Vleerboersweg bestaat 15 jaar en is 17,5 hectare groot. “Inclusief sloten en gebouwen”, geeft hij trots aan. Op het erf is volop bedrijvigheid. Bij Erve Vleerboer werken, bij toerbeurt, liefst 18 parttimers, maar er is dan ook heel wat werk te verzetten. “Schoonmaakwerkzaamheden, paarden voeren en op stal zetten. Veel scholieren in de buurt hebben wel een tijdje een bijbaantje bij ons bedrijf gehad’, zegt Mensink. Erve Vleerboer biedt ook een werkplek aan mensen met een lichte (arbeids)beperking. “Op dit moment zijn dat er zeven”, zegt Mensink.
Oplopende kosten
De plaats waar Erve Vleerboer staat, is sinds ongeveer het jaar 1500 bekend. Er zijn altijd agrarische activiteiten geweest. Maar de boer van nu heeft het niet makkelijk, weet Mensink uit eigen ervaring. De kosten lopen op en er komt in een korte tijd aardig wat regelgeving bij. Die staan een goede bedrijfsvoering in de weg. Recent liet de inspecteur van milieu-inspectie Mensink weten dat zijn mestvaalt niet voldoet aan de meststoffenwet. “De naden van de mestvaalt waren het probleem. Ik heb de naden los gespoten en daarna weer netjes opgevuld. Helaas is dit ook geen langdurige oplossing. Maar op deze manier komt wel verandering tot stand, zodat ik in de toekomst een degelijke mestvaalt in gebruik heb”, zegt Mensink.
Nieuwe ideeën
Het bracht hem op het idee meteen de mogelijkheden te onderzoeken hoe de warmte in de mestvaalt op een duurzame manier te benutten valt. “Ik heb er zelf wel ideeën over, maar je moet als ondernemer roeien met de riemen die je hebt. Ik heb geen geld op de plank liggen voor research. Daarom was ik blij met de brief van AgroHub Twente, waarin voorgesteld werd studenten onderzoek te laten doen in mijn bedrijf. Kijk, je weet wel dat je mestbult veel warmte afgeeft, maar hoevéél.. daar heb je geen idee van.”
Onderzoek
Bij het onderzoek ontdekte Mensink dat de mestbult in het midden een temperatuur heeft van 58 graden Celsius. Op de bodem is de temperatuur 31 graden Celsius. Deze temperaturen worden gehaald zonder enige bewerking van de mestbult. Hij laat zijn bezoek even dicht bij de mestvaalt komen en houdt z’n hand op de vloer. “Voel je het, die warmte? Daar moet je toch wat mee?!”
Benieuwd?
Hij vroeg de ingeschakelde studenten uit te zoeken of het rendabel is om deze warmte uit de mestvaalt te benutten voor een systeem met omgekeerde vloerverwarming. “Het plan is om de warmte eerst door de vloerverwarming van het huis te laten stromen. Dan zakt de temperatuur. Daarna kijken we of de warmtepomp er wat mee kan, want 30 graden is eigenlijk te warm voor de warmtepomp.” Mensink moet daarvoor eerst fors investeren. “Er is berekend dat de investering om de mestvaalt weer te herstellen en toekomstbestendig te maken zo’n 30.000 euro bedraagt. Voor dat bedrag kunnen de vloer van de mestvaalt en de wanden van de hooiopslag worden gestort. Het is een groot bedrag. Ik wil eerst onderzoeken welke mogelijkheden er nog meer zijn voor mijn bedrijf. Ik heb heel veel plannen. Ik wil niet alleen mijn mestvaalt vergroten en verbreden, maar er ook een overkapping voor hooi-opslag en trailerstalling laten maken en de leidingen die onder de mestvaalt worden gelegd, rechtstreeks naar de woonruimte leiden. Wel met tussenkomst van een warmtewisselaar.”
Zonnepanelen
Simpel is het allemaal niet, vertelt hij. “Ik wil van alles doen als het gaat om duurzaamheid, maar voor elke vraag die ik stel, krijg ik er tien terug. De ervaring is er gewoon nog niet. En er is geen kapitaal om te experimenteren en het gewoon uit te proberen. Dat is het lastige. Als ik meer te besteden had, zou ik meteen alles vol leggen met zonnepanelen. Al leveren die ’s nachts geen stroom en dus ook geen warmte. Zonnepanelen hebben bovendien ook een keerzijde. Wat als ze ‘op’ zijn? Gaan we die panelen dan afvoeren naar de vuilnisbelt of verbrandingsoven? Dat lijkt me ook verre van duurzaam. Ik ben trouwens van mening dat de zonnecellen in de toekomst wel recyclebaar zijn, op welke manier dan ook.”
Kostenvergelijking
De vier studenten die bij het onderzoek betrokken werden, maakten in samenwerking met Installatiebedrijf Loohuis onder meer een kostenvergelijking tussen een conventionele gasboiler en een warmtepomp. Zij kwamen tot de conclusie dat een gasboiler in zijn geval goedkoper is. Mensink: “Punt van aandacht: er is gerekend met de oude tarieven en waardes. Die moeten nog beter onderzocht worden. Mensink heeft door de inzet van de studenten zeker meer inzichten gekregen. “Ik blijf openstaan voor suggesties om duurzamer te werken. Geef me de mogelijkheid en ik ga het proberen. Maar alle opgelegde regels van de overheid staan vaak in de weg en zijn vaak interessanter voor grotere investeringen. We zijn er nog niet uit wat wijsheid is. Toch ga ik de komende tijd zeker verder met het onderzoeken van mogelijkheden om warmte op een duurzame manier te benutten.
Innoveren
Mensink wil nu graag onderzoeken of hij samen kan werken met Installatiebedrijf Loohuis BV uit Saasveld. “Dit bedrijf gaat ervoor om voor elke agrariër een passende en duurzame oplossing te realiseren. Dat hebben ze onder meer gedaan bij het geiteninnovatiecentrum in Holten. Mijn eerstvolgende stap is nu: onderzoeken of het bedrijf Loohuis met mij wil samenwerken, zodat we samen een pilotproject kunnen neerzetten. Dat heeft voor beide partijen voordelen: Zo kunnen wij in de toekomst hopelijk C02 reduceren en kosten besparen en krijgt Loohuis ervaring met warmteterugwinning uit mest.
Ik ben, net als veel andere ondernemers, constant aan het puzzelen hoe ik m’n bedrijf rendabel kan houden. Maar het mooie is, de oplossingen hoeven ook niet allemaal van vandaag op morgen uitgevoerd te worden.”